Paleontologen hebben een baanbrekende ontdekking gedaan, die het eerste overtuigende bewijs levert dat pterosauriërs, de uitgestorven vliegende reptielen die door het Mesozoïcum zweefden, planten consumeerden. Door gefossiliseerde maaginhoud te analyseren hebben onderzoekers uit China en Brazilië honderden microscopisch kleine plantendeeltjes – fytolieten genoemd – geïdentificeerd in het fossiel van een pterosauriërsoort genaamd Sinopterus atavismus. Deze bevinding vergroot ons begrip van deze oude wezens aanzienlijk en daagt eerdere aannames over hun dieet uit.
Het mysterie van de diëten van pterosauriërs
Pterosauriërs, die naast dinosauriërs bestonden, staan bekend als de eerste gewervelde dieren die een gemotoriseerde vlucht ontwikkelden. Ondanks hun indrukwekkende luchtkwaliteiten blijft veel van hun levensstijl een puzzel, vooral hun voedingsgewoonten. Hoewel er verschillende theorieën zijn voorgesteld – variërend van het eten van insecten en het vangen van vissen tot carnivoren en zelfs filtervoeding – is definitief bewijs ongrijpbaar gebleken.
Zeldzame vondsten: maaginhoud en eerdere ontdekkingen
Direct bewijs van het dieet van een pterosauriër is uitzonderlijk zeldzaam: gefossiliseerde maaginhoud is ongelooflijk moeilijk te vinden en te bewaren. Tot nu toe waren er slechts vijf bevestigde gevallen van de maaginhoud van pterosauriërs bekend, allemaal uit de late Jura-periode en allemaal behorend tot de Rhamphorhynchus -soort die in Duitsland voorkomt. Deze overblijfselen bestonden voornamelijk uit visgraten, met enkele ongeïdentificeerde voorwerpen. Deze nieuwe ontdekking voegt een cruciaal stukje toe aan de puzzel en onthult een andere, onverwachte voedingsvoorkeur.
De Sinopterus atavismus vondst
Het huidige onderzoek concentreerde zich op een fossiel van Sinopterus atavismus, een soort tapejarid pterodactyloïde pterosauriër die ongeveer 120 miljoen jaar geleden in China leefde. Onderzoekers onderzochten nauwgezet de gefossiliseerde maaginhoud en haalden er maar liefst 320 fytolieten uit: microscopisch kleine, stijve lichamen gemaakt van minerale afzettingen die zich in plantencellen vormen. Deze kleine structuren bieden een gedetailleerd beeld van de laatste maaltijden van de pterosauriër.
“Deze ontdekking markeert zowel de eerste extractie van fytolieten uit een pterosauriër als het tweede gedocumenteerde exemplaar van een pterosauriër dat gastrolieten bevat”, aldus de onderzoekers.
Andere mogelijkheden uitsluiten
Om er zeker van te zijn dat de bevindingen echt representatief waren voor een plantaardig dieet, hebben de onderzoekers rigoureus alternatieve verklaringen onderzocht. Ze bevestigden eerst dat de fytolieten geen verontreinigingen uit de omringende rotsen waren. Vervolgens overwogen ze of het plantmateriaal afkomstig zou kunnen zijn van het consumeren van andere plantenetende dieren. Sinopterus atavismus had echter een vogelachtig metabolisme, en de afwezigheid van botten, schubben of insectenschelpen elimineerde deze mogelijkheid. Het idee dat de pterosauriër wezens met een zacht lichaam, zoals rupsen, opeet, hield ook geen stand; de aanwezigheid van gastroliths (kleine stenen die worden gebruikt voor het malen) suggereert de noodzaak om taai plantaardig materiaal af te breken, een proces dat niet nodig is voor het verteren van zachte prooien.
Ondersteunend bewijs: sterke kaken en verwante soorten
Eerdere studies van Tapejara wellnhoferi – een nauwe verwant van Sinopterus atavismus – hebben de argumenten voor herbivoren nog verder versterkt en onthulden sterke kaken die zeer geschikt zijn voor het eten van planten. Dit, gecombineerd met het bewijsmateriaal van fytoliet en gastroliet, schetst een duidelijk beeld van Sinopterus atavismus als planteneter.
“Daarom vertegenwoordigen de fytolieten de directe inname via de voeding, terwijl de gastrolieten functioneerden als maalwerktuigen voor de verwerking van plantaardig materiaal”, concludeerden de onderzoekers.
De bevindingen, gepubliceerd in de uitgave van 15 oktober 2025 van het tijdschrift Science Bulletin, veranderen ons begrip van de diëten van pterosauriërs dramatisch en benadrukken de diversiteit aan voedingsstrategieën binnen deze fascinerende groep uitgestorven vliegende reptielen. Deze ontdekking onderstreept hoe zelfs lang uitgestorven dieren onverwachte details over hun leven kunnen onthullen, dankzij toegewijd onderzoek en zorgvuldige analyse