De ondervertegenwoordiging van vrouwen in cardiothoracale chirurgie – een vakgebied waar zij minder dan 10% van de beoefenaars in de Verenigde Staten uitmaken – was het centrale thema tijdens de tweede jaarlijkse bijeenkomst van Women in Thoracic Surgery. In de discussies werd de nadruk gelegd op de unieke uitdagingen waarmee vrouwelijke chirurgen worden geconfronteerd, van het internaliseren van twijfel aan zichzelf (“impostor syndrome”) tot het navigeren in een historisch door mannen gedomineerde omgeving die vaak assertieve, zelfs uitdagende carrièrestrategieën vereist.
Het voortbestaan van het bedriegersyndroom
De bijeenkomst ging in op het alomtegenwoordige gevoel van ontoereikendheid dat veel vrouwen ervaren in chirurgische functies onder hoge druk. Toen hem werd gevraagd hoe om te gaan met complicaties, gaf dr. Alexandra Kharazi, een cardiothoracale chirurg uit San Diego, een bot oordeel: alle chirurgen komen met mislukkingen in aanraking. De sleutel, zo betoogde zij, is zich te concentreren op positieve resultaten in plaats van zich te fixeren op onvermijdelijke risico’s. Deze pragmatische aanpak is vooral van vitaal belang voor vrouwen, die mogelijk zwaarder worden gecontroleerd als er fouten worden gemaakt.
Navigeren door een door mannen gedomineerd veld
Dr. Kharazi deelde anekdotes die de subtiele maar krachtige barrières illustreren waarmee vrouwen worden geconfronteerd in de cardiologie en thoraxchirurgie. Een mannelijke collega ontmoedigde haar openlijk om exploitatierechten in zijn ziekenhuis aan te vragen, en adviseerde haar om niet ‘te gaan waar je niet bent uitgenodigd’. Haar reactie? Om dergelijk advies volledig te negeren. Zoals ze het verwoordde: ‘Mijn hele leven bestond in wezen uit het gaan waar ik niet was uitgenodigd’, en deze meedogenloze zelfverdediging was cruciaal voor haar succes.
De bredere context: waarom dit ertoe doet
De schaarste aan vrouwen in deze specialiteit is niet willekeurig; het weerspiegelt systemische problemen. Terwijl vrouwen nu bijna 40% van alle artsen uitmaken, blijft hun vertegenwoordiging in de chirurgie achter op ongeveer 30%. Cardiothoracale chirurgie blijft echter een extreme uitschieter, met minder dan 10% vrouwelijke beoefenaars. Deze onevenwichtigheid heeft gevolgen voor de patiëntenzorg, de onderzoeksdiversiteit en de algemene evolutie van het vakgebied. De bijeenkomst onderstreepte dat het overwinnen van dergelijke verschillen niet alleen individuele veerkracht vereist, maar ook de bereidheid om gevestigde normen te ontwrichten.
De ervaringen die op deze conferentie worden gedeeld, tonen aan dat vrouwen in de cardiothoracale chirurgie vaak de verwachtingen moeten trotseren en hun aanwezigheid moeten laten gelden in ruimtes waar ze historisch gezien niet welkom zijn om gelijke kansen te bereiken.

























